In de Verenigde Staten stemt men met een districtenstelsel. Daardoor zijn er in het land – feitelijk – maar twee politieke partijen die er echt toe doen: de Democraten en de Republikeinen. Het gevolg is een Senaat en een Huis van Afgevaardigden met politici die decennia lang aan het pluche blijven kleven en vooral bezig zijn het beleid van de tegenstander te dwarsbomen. Daarnaast worden minderheden nauwelijks vertegenwoordigd, en zijn de mééste politici in Washington nog altijd blanke mannen.
In Nederland zijn er zo véél partijen dat het na Tweede Kamerverkiezingen nauwelijks mogelijk is om een regering van twee partijen te vormen. Meestal zijn er drie nodig om een meerderheid te krijgen, en misschien na de volgende verkiezingen zelfs wel meer. Bovendien stemmen mensen ‘strategisch’ in de hoop daarmee invloed te kunnen hebben op welke partijen er in de regering komen en wie er premier wordt. Gevolg daarvan is dat meestal de twee partijen die voor de verkiezingen het hardst tegen elkaar strijden, nà de verkiezing samen in één kabinet gaan zitten en daar beleid uitvoeren wat een compromis is van concurrerende (en totaal verschillende) verkiezingsprogramma’s.
Hoe zou je verkiezingen beter kunnen organiseren? Bestaat er een kiesstelsel dat zorgt voor een duidelijkere vertaling van de stem van het volk, met als voordeel dat de politiek een helderder mandaat krijgt, waardoor de burger zich ook beter vertegenwoordigd voelt (en minder snel ontevreden wordt over het gevoerde beleid?).
Jazeker… CGP Grey legt uit hoe het werkt: