Voor de afwisseling volgt hier een juridische update. Want: ik heb een rechtszaak gevoerd & gewonnen! Eentje met mooie gevolgen voor andere mensen met een beperking die graag op vakantie gaan. Het boeken van een kamer is namelijk vaak duurder voor mensen die een aangepaste kamer nodig hebben, dan voor mensen zonder handicap. En dat mag niet volgens de wet!
Een half jaar geleden wilden Remona en ik een huisje boeken voor ons gezin (bestaande uit twee volwassenen en twee kleine kinderen) op een prachtig vakantiepark in eigen land. Aan de telefoon vroegen we of er een huisje was met een rolstoeltoegankelijke badkamer en douche. Er werd ons verteld dat er maar één huisje beschikbaar was met een slaapkamer en toegankelijke badkamer op de begane grond. Echter, dit was een huisje dat ruimte biedt aan acht personen. Als we dit huisje zouden willen boeken, dan was de prijs gebaseerd op deze acht personen, zelfs als deze helemaal niet meekwamen.
Het vakantiepark legde mij uit dat mensen met een beperking vaak met veel begeleiders reizen en dat ze er daarom voor hadden gekozen juist hun grootste vakantiewoning rolstoeltoegankelijk te maken. Ik legde uit dat dit voor mensen die veel hulp nodig hebben misschien heel fijn is, maar dat het voor mij als zelfstandige rolstoelgebruiker wat oneerlijk voelde dat ik hierdoor twee keer zoveel moest betalen als een ‘normale vader’ die in dezelfde periode met zijn gezin naar dit park wil gaan. Ik heb het de afgelopen jaren vaker meegemaakt, dat hotels ervoor kiezen om niet hun gewone kamers maar juist de grotere suites rolstoeltoegankelijk te maken. Die zijn ruimer en dat is dan makkelijker met de rolstoel. Dit heeft wel als gevolg dat een rolstoelgebruiker gedwongen is zo’n duurdere kamer te boeken. Sommige hotels hebben als policy dat je in zo’n situatie betaalt voor een kleinere kamer en dan het geluk hebt dat je een grotere kamer krijgt. Maar erg veel hotels laten je de volle mep betalen. Sinds januari 2017 is in Nederland het VN-verdrag geratificeerd en dat betekent onder andere dat een bedrijf bij het verlenen van toegang tot goederen en diensten geen onderscheid mag maken op grond van handicap of chronische ziekten. Ik vroeg mij af of ik er, op basis van dit rechtsartikel, recht op had om tegen hetzelfde bedrag naar het prachtige vakantiepark te gaan als andere vaders. Daarom heb ik een verzoek ingediend ter beoordeling bij het ‘College van de Rechten van de Mens’ (klinkt een beetje heftig, maar dat is nu eenmaal de naam van de club die hier in Nederland op toeziet). Mijn ‘zaak’ werd in behandeling genomen. Er volgde een heuse rechtszitting in maart (vanwege mijn chemo heb ik deze via Skype-verbinding bijgewoond) waar ik en de ‘verweerder’ ons verhaal konden doen. Ik heb drie keer op willekeurige momenten “Objection, your honor!” geroepen, in de hoop dat dit hielp. Vandaag heeft het College uitspraak gedaan: het concern dat het prachtige vakantiepark exploiteert heeft jegens mij verboden onderscheid gemaakt op grond van mijn handicap. Zij hadden mij een alternatief moeten aanbieden (bijvoorbeeld een vierpersoons kamer in een van hun vergelijkbaar mooie vakantieparken in de buurt) en anders hadden ze mij het achtpersoons toegankelijke huisje moeten aanbieden tegen de prijs van een vierpersoons ontoegankelijk huisje. Ik ben erg blij met deze uitspraak. Dit betekent namelijk dat mensen die vanwege hun beperking vaak méér moeten betalen (niet alleen voor een grotere hotelkamer, maar bijvoorbeeld ook voor theater- en concertkaartjes aangezien de goedkopere plaatsen hoog op de tribune vaak niet toegankelijk zijn) voortaan met dit oordeel in de hand de aanbieder attent kunnen maken op het feit dat zij onrechtmatig onderscheid maken. Mocht dat niet werken: een beoordeling door het College van de Rechten van de Mens is in een paar minuten online aan te vragen.
Commentaires