Aan de vooravond van de grote operatie (deze week gaat het eindelijk gebeuren) wil ik iedereen bedanken voor de lieve succeswensen aan ons adres. De reacties zijn overweldigend. Helaas kan ik niet iedereen persoonlijk beantwoorden, maar het doet ons goed dat vele vrienden, bekenden en gigantisch veel onbekenden hopen dat het allemaal goed gaat komen. (Als er al mensen zijn die het tegendeel hopen, hebben die zich gelukkig koest gehouden).
Nu las ik ook een aantal reacties van mensen die mijn blogjes wel èrg positief vinden, maar die er vanuit gaan dat er ook wel vele depressieve en angstige momenten zullen zijn in mijn ziektetraject. Zij gaan er blijkbaar vanuit dat ik die niet opschrijf.
Ik heb daar over nagedacht. De afgelopen maanden waren er een paar verdrietige en emotionele momenten – daarover heb ik ook gewoon geschreven – maar depressief of enorm angstig ben ik (gelukkig) niet geweest. Mocht dat zo zijn geweest had ik er geen probleem mee gehad daar eerlijk over te zijn. Ik kan me heel goed voorstellen dat veel mensen die een levensbedreigende ziekte onder de leden hebben, kampen met dit soort emoties. Maar tot mijn eigen verbazing ben ik over het algemeen vanaf het eerste moment dat ik de diagnose kreeg er heel rustig onder.
Hoe dat precies kan, weet ik niet. Wellicht zit ik simpelweg zo in elkaar dat ik onder alle omstandigheden het glas halfvol blijf zien. Zolang er een pad zichtbaar blijft naar genezing, is er geen reden om er vanuit te gaan dat ik dat pad niet ga bewandelen. (Ik ga er maar even vanuit dat het pad ook rolstoeltoegankelijk is). Als pokerspeler zou ik zeggen: zolang ik goede ‘outs’ heb, kan ik winnen. Trouwens: poker is sowieso een goede metafoor voor ziekte, aangezien het in beide gevallen iets is dat je gedeeltelijk zelf kunt beïnvloeden, maar uiteindelijk ook een kanselement in zich heeft.
Daarnaast helpt het wellicht dat ik al een soortgelijk traject heb meegemaakt en dat ik daar ook ‘goed’ uit ben gekomen. Toegegeven: ik eindigde fysiek op een andere plek dan dat ik vooraf gehoopt had, maar mentaal werd ik sterker. Kortom: ik weet dat er van ziekte niet alleen ‘slechts’ hoeft te komen. De conclusie van mijn voorstelling ‘Voortschrijdend Inzicht‘ is dat het er bij elke situatie om gaat welk verhaal je jezelf daarover wijs maakt. De een zegt: ‘het is God’s wil’, de ander zegt: ‘het is toch ergens goed voor geweest’. De mensen die zichzelf het best voor de gek kunnen houden zijn het gelukkigst, dus misschien kan ik mezelf ook wel goed voor de gek houden.
Ik heb het eerder ook gehad over ‘compartimentaliseren’. Niet de hele olifant in één keer willen opeten maar opdelen in kleine stukjes. Zo heb ik tijdens de chemotherapie me alleen gefocust op het doorstaan daarvan, en ben ik nu alleen bezig met de operatie. Daarna focus ik weer op de revalidatie, en in de toekomst zullen we kijken of er nog tumorcellen aanwezig zijn en wat we daar eventueel aan zouden moeten doen. Stap voor stap, meedeinen met de golven, en tenslotte: accepteren dat we niet alles 100% in de hand hebben. Of het nou gaat om een basketbalwedstrijd, optreden op een podium of geopereerd worden, het gedeelte dat we wèl kunnen beïnvloeden moeten we alles aan doen. De rest moeten we loslaten, dat is ‘aan het universum’. Que sera, sera.
Daarom wil ik mijn laatste blog voor de grote operatie eindigen met een gebed – de serenity prayer – dat een belangrijk onderdeel vormde van mijn eerste voorstelling ‘Scherven Brengen Geluk‘: God, Allah, Placebo in the sky,
Grant me the serenity to accept the things I cannot change. The courage to change the things I can. And the wisdom to know the difference.
Omein.
Hoe eet je een olifant? In kleine hapjes.
Comments